
Door Vincent Lobel, CEO van Sparki.
Volgens de jongste Acerta-cijfers, gepubliceerd in De Tijd, is de CO₂-uitstoot van Belgische bedrijfswagens in twee jaar met een derde gedaald. Een belangrijke mijlpaal, mede aangedreven door het recent aangescherpte fiscaal beleid qua aftrekbaarheid van niet-volledig elektrische bedrijfswagens.
Maar deze versnelling roept een fundamentele vraag op: rijden we niet sneller elektrisch dan we vandaag kunnen laden?
Veel bedrijven zetten snel in op elektrificatie — wat positief is — maar de laadinfrastructuur houdt vaak geen gelijke tred. Waar moderne elektrische voertuigen al aan 150 kW of meer kunnen laden, zijn veel laadpunten in België nog beperkt tot traagladen aan 22 kW of minder. Het gevolg? Langer laden, verloren tijd en frustratie bij gebruikers.
De bottleneck zit meer en meer in het elektriciteitsnet zelf, maar ook in de mate waarin we onze infrastructuur aanpassen aan de nieuwe generatie voertuigen. Daarom investeert Sparki bewust in ultrasnelle laadstations — vanaf 300 kW en meer — op strategische locaties in heel België. We hebben nu al een nationale dekking met meer dan 100 locaties en we willen er 300 realiseren, goed voor 1.200 snellaadpunten, met extra focus op Wallonië.
Bovendien moeten bedrijven en gebruikers ondersteund worden in het maken van slimme laadkeuzes, afgestemd op hun mobiliteitsprofiel en het net.
Elektrificatie is een noodzakelijke stap, maar zonder infrastructuur die klaar is voor de toekomst, riskeren we op termijn stil te vallen. De energietransitie vereist dat we niet alleen elektrisch rijden, maar ook slim laden — en snel genoeg kunnen laden.